Pestprotocol Wilhelminaschool Coevorden
Pesten is een hardnekkig probleem in scholen, maar ook in de maatschappij. Je moet plagerijen echter ook niet te snel pesten noemen. Daarom is het goed om de kenmerken van pesten nog even op een rijtje te zetten:
- Er is sprake van een agressieve daad. Het slachtoffer wordt psychisch of lichamelijk leed aangedaan.
- Het pestgedrag is intentioneel, doelbewust. Er is geen sprake van toevallig gedrag, de pester heeft duidelijk de bedoeling om de ander pijn te doen of te vernederen.
- Het pestgedrag is terugkerend en vindt plaats over een langere periode. Dit kan een periode van bijvoorbeeld enkele maanden beslaan, maar het pestgedrag kan ook meerdere jaren aanhouden.
- Er is een machtsverschil tussen dader en slachtoffer. Dit betekent dat de dader sterker of slimmer is, of dat er een groepje daders is zodat er een overwicht in aantal ontstaat.
Wat is pesten?
Pesten is gedrag dat min of meer bewust gericht is op één of meer kinderen en dat tot doel en gevolg heeft, dat degene die gepest wordt zich gekwetst, geraakt, vernederd, afgewezen en/of buitengesloten voelt. Pesten is vaak een ongelijke strijd van een groep tegen een eenling. Meestal gebeurt het stiekem. Als men er achter komt, is het soms al weken en in het ergste geval al maanden aan de gang. De gevolgen van pesten kunnen voor het slachtoffer groot zijn als er niets aan gedaan wordt. Het kan leiden tot onzekerheid, faalangst, slecht zelfbeeld, achterdocht tegen klasgenoten, psychische problemen en eenzaamheid. U kunt ervan uitgaan, dat er op elke school en dus ook op onze school in meer of mindere mate gepest wordt. Pesten is een van de eigenschappen van de mens, het zal dan ook nooit verdwijnen.
Signalen dat het kind gepest wordt
· altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen.
· zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot.
· een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven.
· briefjes doorgeven.
· beledigen.
· opmerkingen maken over huidskleur, haardracht of kleding.
· isoleren.
· buiten school opwachten, slaan of schoppen.
· op weg naar huis achterna rijden.
· naar het huis van het slachtoffer gaan.
· bezittingen afpakken.
· schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer
Doelstelling van het beleid:
De Wilhelminaschool streeft naar een pestvrije school. We vinden dat we er alles aan moeten doen om de aan onze zorg toevertrouwde kinderen een zo veilig mogelijke omgeving te garanderen, zodat ze zich optimaal ontwikkelen. Op de Wilhelminaschool werken we preventief aan een veilig pedagogisch klimaat, in plaats van curatief (wanneer het probleem zich voordoet/achteraf) te werken aan pestgedrag.
Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken.
Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan.
Voorwaarden:
Pesten is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aanpakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden:
- pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers (hierna genoemd: ouders)
- de school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld.
- als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen
- Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak.
- Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren.
Voor onze school betekent dit in concrete handelingen vertaald:
- Preventie
- sociaal-emotioneel programma Kwink waaruit wordt lesgegeven in alle groepen
- duidelijk, zichtbare schoolregels die wekelijks worden besproken in de groepen
- duidelijk, zichtbare pleinregels die wekelijks worden besproken in de groepen
- groepsafspraken die aan het begin van het schooljaar door de leerkrachten en leerlingen worden opgesteld en ondertekend hangen zichtbaar in de groep
- leerkrachten ontvangen de kinderen bij de deur met een persoonlijk welkom. Zo wordt gewerkt aan een veilige relatie
- leerlinggesprekken tussen leerkracht en leerling, drie keer per jaar, waarin er aandacht is voor de sociaal-emotionele ontwikkeling
- regelmatig met de groep over pesten praten
- in het begin van het schooljaar naar de groep duidelijk stelling nemen betreffende het fenomeen pesten
2
. Een luisterende en oplettende houding van leerkrachten:
- alert zijn op signalen
- aandacht besteden aan wat kinderen vertellen of waar ze mee komen
- collega’s informeren over pestgedrag in verband met pleinwacht
- met elkaar werken aan een veilig schoolklimaat voor alle kinderen
- je realiseren dat pesten van alle leeftijden is
- Ouders erbij betrekken:
- informatie over de aanpak van pesten in schoolgids
- ouders vragen pestgedrag te melden
- met ouders praten wanneer er sprake is van pestgedrag (zowel wat betreft het gepeste kind als de pester)
Aanpak van het pesten:
Het kan natuurlijk voorkomen dat er ondanks alle maatregelen in de preventieve sfeer nog gepest wordt. Pesten gebeurt meestal stiekem en buiten het gezichtsveld van leerkrachten. Het is belangrijk dat het gemeld wordt door ouders, leerlingen of anders betrokkenen bij de leerkracht. Als het pesten doorgaat gaan we activiteiten ondernemen waarbij alle vijf betrokken partijen (de gepeste, de pester, de meelopers, de leerkrachten en de ouders) aandacht krijgen
Help het kind wat gepest wordt:
- Spreek in vertrouwen met het gepeste kind. Maak niets openbaar tegen de wil van het kind.
- Probeer het kind er wel van te overtuigen, dat er IETS moet gebeuren en dat anderen dit dus te weten komen.
- Bied steun aan het gepeste kind. Neem het kind zeer serieus.
- Vertellen dat het kind moet “terugvechten” is niet nuttig. Het kind is immers duidelijk de zwakkere partij? Zoveel mogelijk negeren is nog het beste, maar maakt de sfeer nog steeds niet veilig. Bovendien zullen pesters vaak doorgaan tot je wel moet reageren.
- Bespreek met het kind wat voor hem een oplossing kan zijn.
- Spreek met het kind af dat het vertelt wat er aan de hand is, omdat jij niet alles kan zien. Sommige kinderen hebben zeker als ze jonger zijn, het idee dat de juf of meester “alles weet” en dus ook van het pesten weet.
- Licht de ouders van het kind in en vraag wat zij gemerkt hebben.
- Bespreek of het gepeste kind misschien sociale vaardigheidstraining nodig heeft.
Help de pester:
- Praat met de pester en kijk of je inzicht kunt krijgen in de gedachte achter het pesten. Hoe lastig misschien ook: beschuldig het kind niet.
- Leg uit hoe een gepest kind zich voelt en welke gevolgen pesten kan hebben. Vaak realiseren kinderen zich dit niet!
- Leg aan het kind uit, dat het pesten moet stoppen en hoe jij daarmee aan de slag gaat.
- Licht de ouders van het kind in. Hebben zij iets gemerkt van het pesten? Maak ook hen duidelijk dat het pesten moet stoppen en wat jij gaat doen om dit voor elkaar te krijgen.
- Bekijk of het kind sociale vaardigheidstraining nodig heeft.
- Benoem duidelijk de eventuele consequenties voor de pester als het pesten niet stopt.
- Maak een vervolg afspraak om te bekijken hoe het dan gaat.
In gesprek met de meelopers en buitenstaanders: de rest van de klas dus.
- Vertel aan je groep dat er in de klas gepest wordt. Dat zal geen verrassing zijn.
- Bespreek klassikaal de verschillende rollen in het pestproces (zie boven). Leg ook uit dat pesters vaak zelf problemen hebben en niet altijd “slechte kinderen” zijn.
- Maak goed duidelijk dat buitenstaanders/wegkijkers die van het pesten weten en niets doen eigenlijk even schuldig zijn.
- Prijs (in het algemeen) kinderen die de moed hebben voor de gepeste op te komen en vertel dat een hele groep SAMEN het pesten van een enkele pester kan stoppen.
- Leg uit dat komen vertellen dat iemand gepest wordt absoluut geen klikken is.
- Maak goed duidelijk dat jij niet alles kan zien en dat hun hulp hierbij belangrijk is.
- Bedenk met de klas wat ze kunnen doen om pesten tegen te gaan. Houd ook dit algemeen en laat geen namen noemen.
- Moedig kinderen aan om hun mening over pestgedrag te geven. De meeste kinderen zijn namelijk gewoon tegen pesten. Als veel kinderen zich tegen pesten uitspreken, maakt dat anderen duidelijk dat ze niet alleen staan in hun afkeuring hiervan.
- Stel dat je klas geen oplossingen kan (of wil) geven: zeg dan dat je morgen op de zaak terugkomt, omdat het zeer belangrijk is dat zij met zijn allen oplossingen verzinnen.
- Maak duidelijk dat jij pesten nooit tolereert en dat je alles zult doen om pesten te bestrijden en te voorkomen. Jouw besliste houding in deze is zeer belangrijk!
- Vertel de groep dat je de directie van de school op de hoogte brengt en mogelijk ook sommige ouders. Doe dit ook echt. Het geeft aan hoe belangrijk jij het vindt dat het pesten stopt.
- Vertel dat je over een paar dagen op de zaak terugkomt, om te kijken hoe het gaat.
- Denk niet dat het pesten hierna over is. Pestgedrag heeft de neiging terug te komen. Evalueer na 6 weken wéér met zijn allen hoe het nu gaat. Blijf alert!
In gesprek met de ouders van de pester:
Ouders zullen vaak even verbaasd zijn over het pesten als jij. Ze zullen misschien als eerste reactie wel ontkennend reageren dat hun kind een pester is. Het kan zijn dat ze gaan uitleggen hoe het gepeste kind het uitlokt, enz. Dat is een begrijpelijke reactie. Er zijn niet heel veel ouders die hun kind proberen op te voeden tot pester en nu juichend zullen reageren omdat het gelukt is. Als gedurende het gesprek blijkt dat hun kind toch echt een pester is, zullen de meeste ouders bereid zijn mee te werken om dit gedrag te stoppen.
- Probeer het gesprek constructief te houden. Kinderen maken fouten, ze moeten er van leren.
- Zoek samen met de ouders (en eventueel het kind) naar een goede oplossing. Alleen maar blijven zeuren over het gebeurde lost het probleem namelijk niet op. Laat de pester excuses maken aan de gepeste, eventueel met de ouders erbij. Let er op of het gemeende excuses zijn. Er zijn ook kinderen die heel “makkelijk” sorry kunnen zeggen.
- Bespreek wat de consequenties zijn als het pestgedrag weer terug komt.
- Spreek af dat je over een week weer contact opneemt om te vertellen hoe het gaat en om te horen of zij iets gemerkt hebben.
- Als er ouders zijn die afwijzend blijven reageren, de schuld bij andere kinderen leggen of vinden dat een geintje op zijn tijd moet kunnen, is het goed om het gesprek te beëindigen.
- Vertel hen dat je gaat overleggen met de directie hoe dit verder moet gaan, omdat je niet tevreden bent met dit gesprek.
In gesprek met de ouders van het gepeste kind:
Misschien wisten deze ouders al wat er aan de hand was. Het kan zijn dat zij een gedragsverandering bemerkten bij hun kind, dat het misschien niet naar school wilde, enz. Misschien zijn deze ouders zelf wel naar je toe gekomen.
- Vertel aan hen wat je bemerkt hebt.
- Leg uit welke stappen je al ondernomen hebt en welke stappen je nog gaat volgen. Duidelijkheid is belangrijk. Ouders mogen niet de indruk krijgen dat de school niets aan het probleem doet!
- Spreek af dat je over een week weer contact hebt.
Wat kan (moet) de school doen?
- Elke school is met ingang van schooljaar 2015 verplicht om de veiligheid op school te monitoren. Een veiligheidsplan is verplicht, evenals een persoon die daarvoor verantwoordelijk is. Dit moet bekend zijn bij leerkrachten, ouders en kinderen. Daarin is ook het tegengaan en bestrijden van pesten opgenomen.
- Alle leerkrachten moeten uitdragen dat pesten niet wordt getolereerd en dat iedereen mee moet helpen om de school plezierig te houden.
- Elk volwassen personeelslid grijpt meteen in bij pestgedrag. Denk hierbij groepsoverstijgend en schoolbreed. Die kinderen zitten niet in mijn klas is dus geen argument. Spreek dit af in het team.
- De school moet zorgen voor toezicht op “pestplekken.” Denk daarbij aan onoverzichtelijke hoekjes van het speelplein, de kleedkamers, de rij naar gym, de toiletten, enz.
- De school moet door alle leerjaren heen een positief klimaat scheppen, waarin regelmatig aan de orde komt hoe je samen problemen kunt oplossen en andere kinderen kunt helpen bij moeilijkheden.
- De kinderen moet geleerd worden dat pesten not done is. Ze moeten leren om in de bres te springen voor de zwakkere kinderen. Kunnen ze dit niet, of helpt dit niet, dan moeten ze leren het probleem altijd melden aan de leerkracht.
- Geen leerkracht mag pesten bagatelliseren of zeggen dat de gepeste er om vraagt.
Internetpesten/cyberpesten
Sinds kinderen een groot deel van de dag doorbrengen met pc, laptop, tablet en smartphone, al dan niet op school, is er een nieuwe vorm van pesten ontstaan: pesten via het internet. Dit gaat makkelijker, de impact is minstens even hevig en de kans om ontdekt te worden is vele malen kleiner dan bij het ouderwetse, ambachtelijke pesten. In de beleving van kinderen is dat wat je achter je pc uitspookt volledig anoniem. Bovendien kun je op elk uur van de dag je gang gaan. Het slachtoffer hoeft niet eens in de buurt te zijn. Overigens stopt cyberpesten niet als de pc uitgaat. Het vervolg vindt vaak plaats op school: met echte ruzies en scheld- of vechtpartijen. Het pesten gebeurt vanaf de eigen pc, maar óók vanaf de pc op school!
Wat doen wij in de klas:
- Zorgdragen voor duidelijke regels zijn over wat wel en niet mag op de computer.
- Zorgdragen dat de schermen te zien zijn vanaf de plaats waar je meestal zit of staat.
- Zorgen dat de geschiedenis van bezochte pagina’s niet door de kinderen gewist kan worden.
- Lessen over mediawijsheid; praat met de kinderen over wat je wel en niet moet doen op internet. Denk daarbij aan het niet weggeven van je wachtwoord, geen adresgegevens verstrekken, niet alle foto’s zomaar op internet zetten, enz.
- We leggen de kinderen uit dat wat gepost is, in principe nooit meer weg te krijgen is.
- Maak kinderen er bewust van dat doorsturen van pestmail en andere pest uitingen grote impact hebben op het slachtoffer.
- We zijn ons ervan bewust dat cyberpesten dat thuis gebeurt, ook met school te maken heeft en dat we dit met de ouders moeten oplossen.
- We leren de kinderen dat ze weten hoe internet in het algemeen en chat, Face Book, You tube, sms, Whats App, Twitter, enz. werken. De wereld heeft een digitale vlucht genomen. Het hoort bij onze taak als leerkracht om die wereld te kennen en met de kinderen te kunnen praten over alle facetten daarvan.
- We zijn ons bewust van het feit dat cyberpesten ook al op de basisschool gebeurt.
Sanctiebeleid
Bij pestbeleid past ook een sanctiebeleid. Het moet voor iedereen duidelijk zijn welke maatregel bij welk gedrag genomen wordt. Het moet ook duidelijk zijn wie in welke situatie een sanctie kan opleggen.
Gedrag |
Sanctie |
Door wie |
Eenmalig geconstateerd
pestgedrag
|
Gesprek over omgangsregels.
Ingaan op eventuele sancties |
Leerkracht |
Pesten blijft doorgaan |
Straffend gesprek
- lezen boek over pesten of pestgedrag
- opstel schrijven over
pesten
- gesprek met ouders
over pesten. |
Leerkracht overlegt met de intern begeleider en gedragsspecialist |
Pesten blijft toch doorgaan |
Gesprek met ouders/verzorgers.
Afspraken over het te verwachten gedrag worden schriftelijk vastgelegd en getekend. Straf gaat door. |
Leerkracht in overleg met intern begeleider , gedragsspecialist en/of directie |
Negatief gedrag blijft gehand-haafd. Geen verbetering merkbaar. |
Schorsing/verwijdering. |
Directeur |
Leerlingen, ouders en leerkrachten van de Wilhelminaschool onderschrijven gezamenlijk dit PESTPROTOCOL